Ga naar de inhoud

Leergang Filosofie Deel 6

Inleiding in het Duitse idealisme

 

Kant,  Fichte, Schelling en Hegel.

De eerste strofe van het Duitse volkslied met de beruchte woorden ‘Deutschland Deutschland über alles’ mag na de Tweede Wereldoorlog niet meer worden gezongen, maar juist deze uit de gratie geraakte woorden dekken bij uitstek de inhoud van dit zesde deel van de leergang filosofie. Het Duitse idealisme – met als belangrijkste representanten Kant (1724-1803), Fichte (1762-1814), Hegel (1770-1831) en Schelling (1775-1831) – rijst als een majestueuze berg op in het landschap der filosofie, dat voortaan alleen nog maar kan gedijen in zijn schaduw. Geformuleerd in sporttermen, kunnen we spreken van een wereldrecord dat toentertijd werd gevestigd en sindsdien niet meer verbroken is. Deze cursus probeert een eerste zicht te bieden op de grootsheid van het Duitse idealisme, waarin de filosofische geest tot ongekende hoogten is gestegen.

wilt u meer lezen

Immanuel Kant
Immanuel Kant

De spin in het idealistische web is Immanuel Kant. Aangespoord door het werk van de empirist David Hume, de denker die hem uit zijn dogmatische sluimer deed ontwaken, ontwikkelde Kant zijn kritische filosofie en sprak hij van een copernicaanse revolutie in de filosofie. In haar kern verkondigt deze revolutie dat wij mensen ons voortaan niet meer naar de werkelijkheid richten, maar de werkelijkheid zich naar ons richt. In zijn kritische filosofie stelt Kant de vraag naar de mogelijkheidsvoorwaarden van onze kennis c. q. de wetenschappelijke kennis. Zijn bijzondere aandacht geldt vooral de vraag naar een metafysica die de status van een strenge wetenschap kan claimen. Rekenschap afleggen van wetenschappelijke kennis vereist evenwel een voorafgaand onderzoek naar ons kenvermogen, de rede (Vernunft). Waaruit bestaat deze rede en welke grenzen zijn haar gesteld? Kant is zich er terdege van bewust dat wij niet alles kunnen kennen, maar ons kenvermogen wezenlijk eindig is. Hij laat zich dan ook misschien wel het beste omschrijven als de filosoof van de eindigheid. Zijn kritische filosofie beperkt zich echter niet tot de vraag naar de wetenschap en de mogelijkheidsvoorwaarden van de wetenschappelijke kennis, maar bestrijkt een veel omvangrijker gebied, zoals blijkt uit de vragen die aan zijn project ten grondslag liggen: wat kan ik weten?, wat moet ik doen?, waarop kan ik hopen?, vragen die ook betrekking hebben op domeinen als de moraal en de religie.

Er zullen ook enkele colleges worden gewijd aan de filosofie van Johann Gottlieb Fichte, die zijn hele filosofische loopbaan gewijd heeft aan de ontwikkeling van zijn wetenschapsleer (Wissenschaftslehre), zonder overigens ooit een definitieve versie ervan te hebben kunnen presenteren. Wat is het object van deze wetenschapsleer? Een eerste, maar niet geheel toereikend antwoord zal luiden: het bewustzijn, doch niet het individuele bewustzijn met zijn individuele bewustzijnstoestanden, dat is de zaak van de psychologie. Fichte gaat het om de wezenswetten die het bewustzijn in het algemeen structureren. Deze wetten moeten tot ontdekking worden gebracht en vervolgens in een systematische samenhang worden ondergebracht. Net als Kant begrijpt Fichte zijn wetenschapsleer nadrukkelijk als een transcendentale filosofie, doch tegelijkertijd staat hij kritisch tegenover diens project. Kants project bestaat namelijk uit drie kritieken (Kritik der reinen Vernunft, Kritik der praktischen Vernunft, Kritik der Urteilskraft) zonder dat duidelijk wordt hoe ze tot een hogere eenheid zijn te herleiden, waaruit ze op hun beurt kunnen worden gegenereerd. De belangrijkste tekortkoming van Kant ziet Fichte dan ook daarin dat hij er niet in is geslaagd om de theoretische en de praktische rede uit iets af te leiden wat nog fundamenteler is. Dit gezochte principe duidt Fichte onder andere aan als het absolute Ik. Tijdens de colleges wordt geprobeerd een eerste zicht te bieden op dit absolute Ik en de inzet van Fichtes wetenschapsleer.

Het slotakkoord van deze cursus is aan Georg Wilhelm Friedrich Hegel, door velen bestempeld als de grootste filosoof uit de geschiedenis. Tegelijkertijd geldt zijn werk ook als het moeilijkste wat de filosofie te bieden heeft. Hoewel hij veel bewondering heeft voor Kant verwijt Hegel zijn beroemde voorganger dat hij slechts een filosofie van het verstand heeft ontworpen, waarin aan het denken louter een

Georg Wilhelm Friedrich Hegel

formele betekenis wordt toegekend. Hegel zelf zal in zijn filosofie nu juist proberen aan te tonen dat het denken ook altijd een ontologische strekking heeft. Niet voor niets zegt hij dan ook dat het de taak van de filosofie is om dat te begrijpen wat is en dat wat is zich ook leent tot een begrijpen doordat de rede in het bestaande werkzaam is. Denk ook aan de volgende beroemde uitspraak van Hegel, die veel stof heeft doen opwaaien: ‘Wat redelijk is dat is werkelijk en wat werkelijk is dat is redelijk.’ Met andere woorden: de rede is werkzaam in het bestaande, het bestaande bevat in zichzelf rationaliteit, in het bestaande is de idee werkzaam. Het kenmerk bij uitstek van iedere ‘grote’ filosofie is volgens Hegel dan ook dat ze de rationaliteit die in het bestaande werkzaam is, tot begrip probeert te brengen. Wat overigens iets geheel anders is dan de platte identificatie van rationaliteit en feitelijkheid. Voor Hegel heeft de betoogde samenhang van het redelijke en het werkelijke ook een kritisch gehalte. Hopelijk slagen de slotcolleges erin wat licht te brengen in Hegels denken.

sluiten

Over de docent: Drs. Nico Dieteren verzorgt, na afronding van de studies Nederlandse taal- en letterkunde en filosofie, al meer dan twintig jaar cursussen filosofie. Zo was hij onder andere van 1996-2020 als docent filosofie werkzaam voor HOVO Nijmegen..
 
Tijdstip cursus:

Dinsdagmiddag van 13.30-15.30 uur

Begin- en einddatum:

27 september tot en met 6 december 2022 (m.u.v. 25 oktober)

Onderwijsvorm: 10 hoorcolleges met de mogelijkheid tot het stellen van vragen.
Literatuur Er worden opzetten en samenvattingen van de colleges aan de cursisten uitgedeeld of gemaild.
Kosten: 300 euro
Locatie: Titus Brandsma Memorial Nijmegen (Titus-zaal)
  Stijn Buysstraat 11 6512 CJ  NIJMEGEN (dichtbij NS-station en Keizer Karelplein)
aanmelden:  via email: n.dieteren@chello.nl
belangrijke opmerking: De delen van de leergang kunnen afzonderlijk worden gevolgd